-
1 hout sprokkelen
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hout sprokkelen
-
2 hout sprokkelen
hout sprokkelen -
3 sprokkelen
-
4 hout
1 [stof waaruit bomen bestaan] wood♦voorbeelden:1 een lading/stuk hout • a load/piece of wood〈 figuurlijk〉 van dik hout zaagt men planken • 〈 met betrekking tot overdrijven〉 he/she 〈enz.〉 is laying it on thick ; 〈 met betrekking tot botheid〉 not very subtle, is he/she 〈enz.〉hout hakken/zagen • chop/saw woodhout sprokkelen • gather wooddie redenering snijdt geen hout • that line of reasoning will not wash -
5 sprokkelen
-
6 gather wood
-
7 gather
n. bijeenkomst; vouw (in kleding)--------v. verzamelen; verzamelen; binnenhalen; krijgen; samentrekken; opmaken; oogstengather1[ gæðə] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————gather23 toenemen ⇒ (aan)groeien, stijgen5 plooien, rimpelen♦voorbeelden:gather round someone/something • zich rond iemand/iets scharenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 〈 benaming voor〉 verzamelen ⇒ samenbrengen, bijeenroepen; op(een)hopen, op(een)stapelen; vergaren, inzamelen; plukken, oogsten; oprapen4 opmaken ⇒ afleiden, concluderen5 opsommen♦voorbeelden:gather wood • hout sprokkelengather in • binnenhalen, oogsten; opstrijkengather together • verzamelen, bijeenroepengather up • oprapen, bij elkaar nemen, optrekken 〈 benen〉; opsteken 〈 haar〉; verzamelen 〈 gedachten〉gather oneself up/together • zich oprichten/vermannengather oneself for something • zich voor iets gereed maken4 he's gone to work, I gather • hij is naar z'n werk, begrijp ikgather from • afleiden/opmaken uitI gather that • ik krijg de indruk dat -
8 ramasser
ramasser [raamaasee]1 bijeenbrengen ⇒ verzamelen, bijeenvegen3 oprapen ⇒ lezen, plukken♦voorbeelden:v1) verzamelen, bijeenbrengen2) oppakken [politie]3) oprapen, plukken4) oplopen [ziekte]5) krijgen [slaag] -
9 ramasser du bois mort
ramasser du bois mort -
10 Holz lesen
-
11 lesen
lesen1 lezen, verzamelen, in-, bijeenzamelen ⇒ oogsten, plukken2 (uit)lezen, uitzoeken ⇒ schoonmaken♦voorbeelden:Holz lesen • hout sprokkelenTrauben lesen • druiven plukken, oogsten2 Erbsen lesen • erwten lezen, uitzoekenSalat lesen • sla schoonmakenII 〈overgankelijk & onovergankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:ich habe etwas darüber, davon gelesen • ik heb er iets over gelezen♦voorbeelden:1 dieses Buch liest sich leicht • dit boek leest prettig, is goed leesbaar
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский